Met onze nieuwe kaasmakerij in het vooruitzicht is het goed om af en toe eens stil te staan en terug te blikken op alle ontwikkelingen en gebeurtenissen van de afgelopen tientallen jaren.
In deze serie vertelt Piet Klaver over het ontstaan van De Zelfkazer, later Klaverkaas. Piet, één van de grondleggers van Klaverkaas, komt nog geregeld langs in de kaasmakerij, op de boerderij, bij de geiten en in de kaaswinkel voor een praatje, een ‘bakkie’ of een klusje.
Het verhaal van Piet is echter zo groot, dat het in meerdere delen wordt verteld. Vandaag het eerste deel over het ontstaan van De Zelfkazer.
“Samen met mijn broer Willem, de vader van Marcel die helaas begin dit jaar is overleden, heb ik in 1978 de boerderij van onze ouders aan de Langereis overgenomen. Destijds was dit een pachtboerderij waar we 120 koeien molken. Het was een ontzettend moeilijke tijd, de melkprijs was zeer slecht, slechts 50 gulden cent per kilo. Een jaar daarvoor besloten we, samen met onze broer Cor (destijds eigenaar van de Mauritsbar in Niedorp) zelf kaas te gaan maken. Cor had de Hogere Zuivelschool in Bolsward doorlopen, dus die wist wel wat kaas maken was. Van onze zwager in Beverwijk kochten we een pandje in de Hobbesteeg. Met behulp van een timmerman werd het pand verbouwd tot kaasmakerij met kaaswinkel. Het begin van (toen nog) De Zelfkazer.
Het pand was klaar voor gebruik, maar geld om een kaasinstallatie te betalen was er niet. De Firma van ’t Riet uit Aarlanderveen had echter zoveel vertrouwen in ons, dat we de installatie toch mochten neerzetten. “Jullie betalen maar als jullie geld gaan verdienen,” werd ons toevertrouwd. Leuk detail is dat dezelfde firma nu, 45 jaar later, het pekellokaal in onze nieuwe fabriek op Agriport gaat installeren.
Mijn zwager Nico van Langen was kaasmaker bij Aurora, later overgenomen door Campina Melkunie, in Opmeer. Nico is bij ons als kaasmaker gaan werken en in oktober 1977 werd in de kaasmakerij in de Hobbesteeg de eerste kaas gemaakt! Elke dag reed Nico met 1500 liter verse melk vanaf onze boerderij aan de Langereis naar Beverwijk. Er werd dagelijks 160 kilogram kaas gemaakt, waarvan de kaaswei mee terug naar de boerderij ging en aan het jongvee werd gevoerd.
Onze zussen Ria en Lida stonden in de kaaswinkel in Beverwijk. Het eerste jaar was moeilijk. Wij waren boeren van ‘t platteland en wisten weinig van consumenten, laat staan van consumenten in de stad. De verkoop ging moeizaam, het pakhuis lag vol met kaas en ook de rekeningen konden we niet meer betalen.
In de loop van dat jaar verdiepte ik mij ook steeds meer in het kaasmaken. Samen met Nico volgde ik een cursus boerenkaas maken. Als Nico op zaterdag een vrije dag had, maakte ik kaas. En dat ging me toch wel vrij goed af, al zeg ik het zelf. Maar intussen zaten we nog wel met dat pakhuis vol kaas, dus besloot ik m’n knappe pak aan te trekken en op pad te gaan. Met een auto vol met kaas ging ik kaaswinkels in Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en Alkmaar af. Ik dacht: “we moeten wezen waar de toeristen ook komen”. Leuk bedacht, maar dat viel niet mee. Intussen kwam ik al bij mijn laatste adres aan: kaaswinkel Doets in Alkmaar. Ik vertelde ons verhaal, wie we waren en dat we zelf kaas maakten. Meneer Doets vond dit zo’n indrukwekkend verhaal dat hij zei: “Je kan mijn kaaswinkel wel huren!” Dit was niet tegen dovemansoren gezegd en ik spoedde me naar mijn broers Willem en Cor om het idee voor te leggen. Al snel waren we het eens, deze kans moesten we met beide handen aangrijpen. Een jaar na de start van De Zelfkazer openden we onze tweede kaaswinkel.
Als we die beslissing toen niet hadden genomen, waren we nooit gekomen waar we nu zijn. De kaaswinkel aan de Houttil in Alkmaar, om de hoek van de wekelijkse kaasmarkt, was een groot succes. Onze naamsbekendheid groeide enorm waardoor er extra afzetkanalen bijkwamen. Bij groothandel Kaandorp Kaas en bij tien kaaswinkels van Tromp Kaas in Haarlem kwam onze kaas te liggen. Hierdoor diende zich de volgende uitdaging aan: we raakten heel snel door onze kaasvoorraad heen, veel te snel. Er begon zelfs een tekort aan kaas te ontstaan.
Dus ging ik bij kaasboeren in Noord-Holland en Zuid-Holland langs, onder andere bij onze kaasmaker Henk Koopman, om kaas bij te kopen. Maar zo makkelijk kwamen er we er niet vanaf. Klanten merkten het al snel op: “Piet, dit is jouw kaas niet meer, te grote verschillen in smaak en kwaliteit”, meenden ze. Ik bleef nog een tijdje volhouden dat dit toch écht onze kaas was, maar deze strijd verloor ik. Er bleek maar één oplossing mogelijk: meer eigen kaas maken!
Al snel ontstond het plan om een kaasmakerij te bouwen op de boerderij aan de Langereis. In ‘81, vier jaar na de opening in Beverwijk, startten we met de bouw. De veestal, paardenstal en varkensstallen werden omgebouwd tot kaasmakerij en pakhuis. Nico en ik volgden een metselcursus, Hans Bossen ging bij ons timmeren en Peer was (toen al) de opperman van het hele project.”
De volgende keer vertelt Piet verder over het, in zijn ogen, mooiste deel van zijn leven. Twintig jaar hard werken en innoveren met De Zelfkazer op de boerderij aan de Langereis!