Een koe is een zoogdier en kan in de lactatieperiode ongeveer 25 liter melk per dag produceren. Per jaar geeft een Nederlandse koe gemiddeld 7800 kilo melk. Eén liter melk weegt 1030 gram. Sommige koeien produceren tijdens hun leven wel 100.000 liter melk.
Een koe behoort tot de herbivoren. Zij trekt het gras met de tong van de grond en maalt het tussen de onderste tanden en de kaken. De koe is een herkauwer en slikt het gras bijna zonder kauwen in. Een koe heeft vier magen. Als de pens (eerste maag) vol is, komt het gras terug in de mond waarop het fijngekauwd wordt. Hierna wordt het weer ingeslikt. In de pens wordt het voedsel door micro-organismen gefermenteerd. De tweede maag, de netmaag, zorgt ervoor dat het gefermenteerde voedsel doorstroomt naar de boekmaag. In deze derde maag wordt het vocht uit het verteerde voedsel gehaald. Als laatste volgt de vierde maag, de lebmaag. Deze maag lijkt het meest op de maag zoals bij niet herkauwende zoogdieren.
Hier wordt het voedsel verteerd door spijsverteringssappen en doorgegeven naar de dunne darm. In de darm gaat de vertering verder en worden de vrijgekomen voedingsstoffen via de darmwand in het bloed opgenomen. Via het bloed worden de voedingsstoffen getransporteerd naar de plaats waar ze nodig zijn. Onverteerde voedselresten worden via de anus als feces (mest) uit het lichaam verwijderd
(Bron: Wikipedia)